Vertaling van slacht
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
geslacht , slacht {zn.}
geslacht
slacht {zn.}
slacht {zn.}
Ze hebben een geit geslacht als offer voor God.
Ze hebben een geit geslacht als offer voor God.
slachting , slacht {zn.}
slachting
slacht {zn.}
slacht {zn.}
slacht {zn.}
slacht {zn.}
slachten, afslachten {ww.}
slachten
afslachten {ww.}
afslachten {ww.}
ik slacht af
jij slacht af
hij/zij/het slacht af
ik slacht
jij slacht
hij/zij/het slacht
» meer vervoegingen van slachten
Slachten is het beste medicijn.
Slachten is het beste medicijn.
lijken op, slachten {ww.}
lijken op
slachten {ww.}
slachten {ww.}
ik slacht
jij slacht
hij/zij/het slacht
ik slacht
jij slacht
hij/zij/het slacht
» meer vervoegingen van slachten
Deze twee bladeren lijken op elkaar.
Deze twee bladeren lijken op elkaar.
Je O's lijken op je A's.
Je O's lijken op je A's.
slachten {ww.}
slachten {ww.}
ik slacht
jij slacht
hij/zij/het slacht
ik slacht
jij slacht
hij/zij/het slacht
» meer vervoegingen van slachten