Vertaling van slank

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
slank {bn.}
slank {bn.}
rank, slank, tenger {bn.}
rank
slank
tenger {bn.}
afslanken {ww.}
afslanken {ww.}

ik slank af
jij slankt af
hij/zij/het slankt af

ik slank af
jij slankt af
hij/zij/het slankt af
» meer vervoegingen van afslanken

lijnen, afslanken {ww.}
lijnen
afslanken {ww.}

ik slank af
jij slankt af
hij/zij/het slankt af

ik lijn
jij lijnt
hij/zij/het lijnt
» meer vervoegingen van lijnen

De dikke lijnen op de kaart zijn wegen.
De dikke lijnen op de kaart zijn wegen.
afslanken {ww.}
afslanken {ww.}

ik slank af
jij slankt af
hij/zij/het slankt af

ik slank af
jij slankt af
hij/zij/het slankt af
» meer vervoegingen van afslanken

afslanken, afkleden {ww.}
afslanken
afkleden {ww.}

ik kleed af
jij kleedt af
hij/zij/het kleedt af

ik slank af
jij slankt af
hij/zij/het slankt af
» meer vervoegingen van afslanken



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Hij is groot en slank.

Hij is groot en slank.

Ze heeft een slank figuur.

Ze heeft een slank figuur.

Als je slank wilt zijn, volg dit dieët

Als je slank wilt zijn, volg dit dieët


Gerelateerd aan slank

rank - tenger - afslanken - lijnen - afkledenvermageren - inkrimpen - kleden