Vertaling van spaak

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
spaak {zn.}
spaak {zn.}
zwengel, koevoet, spaak, hefboom [m] {zn.}
zwengel
koevoet
spaak
hefboom [m] {zn.}
spaak [m] (de ~) {zn.}
spaak [m] (de ~) {zn.}


Gerelateerd aan spaak

zwengel - koevoet - hefboomstaaf