Vertaling van spar

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
spar, hanebalk, spant, dakspar [m] {zn.}
spar
hanebalk
spant
dakspar [m] {zn.}
zilverspar [m], sparreboom [m], spar [m] {zn.}
zilverspar [m]
sparreboom [m]
spar [m] {zn.}
sparreboom [m], spar [m], fijnspar [m] {zn.}
sparreboom [m]
spar [m]
fijnspar [m] {zn.}
spar, dakspant, dakspar, spantrib {zn.}
spar
dakspant
dakspar
spantrib {zn.}
spar [m] (de ~) {zn.}
spar [m] (de ~) {zn.}
sparren {ww.}
sparren {ww.}

ik spar
jij spart
hij/zij/het spart

ik spar
jij spart
hij/zij/het spart
» meer vervoegingen van sparren



Gerelateerd aan spar

synoniemen

hanebalk - spant - dakspar - zilverspar - sparreboom - fijnspar - dakspant - spantrib - sparren

verwante termen

rib - naaldboom - boksen - trainen