Vertaling van traineren

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
traineren {ww.}
traineren {ww.}

ik traineer
jij traineert
hij/zij/het traineert

ik traineer
jij traineert
hij/zij/het traineert
» meer vervoegingen van traineren

op de lange baan schuiven, traineren, dralen {ww.}
op de lange baan schuiven
traineren
dralen {ww.}

ik draal
jij draalt
hij/zij/het draalt

ik traineer
jij traineert
hij/zij/het traineert
» meer vervoegingen van traineren



Gerelateerd aan traineren

op de lange baan schuiven - dralenvertragen