Vertaling van vermoorden
moorden {ww.}
ik moord
jij moordt
hij/zij/het moordt
ik vermoord
jij vermoordt
hij/zij/het vermoordt
			 					» meer vervoegingen van vermoorden
		 					
omleggen
vellen
ombrengen
neervellen
elimineren {zn.}
Voorbeelden in zinsverband
Mijn broer wil me vermoorden.
Mijn broer wil me vermoorden.
Mijn vader gaat me vermoorden.
Mijn vader gaat me vermoorden.
Waarom zou iemand Tom vermoorden?
Waarom zou iemand Tom vermoorden?
Mijn broer zal me vermoorden.
Mijn broer zal me vermoorden.
Mijn vader gaat me vermoorden.
Mijn vader gaat me vermoorden.
Ze hebben getracht de president te vermoorden.
Ze hebben getracht de president te vermoorden.
Je begrijpt het niet. Hij zal je vermoorden.
Je begrijpt het niet. Hij zal je vermoorden.
De enige manier om van een moderne dictator af te komen, is hem te vermoorden.
De enige manier om van een moderne dictator af te komen, is hem te vermoorden.
"Slapen vrienden met hun vrienden en vermoorden ze daarna?" vroeg Dima terug.
"Slapen vrienden met hun vrienden en vermoorden ze daarna?" vroeg Dima terug.