Vertaling van verzieken

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
ontaarden, verzieken, verworden {ww.}
ontaarden
verzieken
verworden {ww.}

ik ontaard
jij ontaardt
hij/zij/het ontaardt

ik ontaard
jij ontaardt
hij/zij/het ontaardt
» meer vervoegingen van ontaarden

verpesten, vertroebelen, vergiftigen, verzieken, verkloten, verkankeren, verkankelemienen, vergallen, infesteren {ww.}
verpesten
vertroebelen
vergiftigen
verzieken
verkloten
verkankeren
verkankelemienen
vergallen
infesteren {ww.}

ik infesteer
jij infesteert
hij/zij/het infesteert

ik verpest
jij verpest
hij/zij/het verpest
» meer vervoegingen van verpesten

Ik vind dat examens het onderwijs verpesten.
Ik vind dat examens het onderwijs verpesten.