Vertaling van voorzitter
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
voorzitter {zn.}
voorzitter {zn.}
Hij werd verkozen tot voorzitter.
Hij werd verkozen tot voorzitter.
Hij is de voorzitter van de bank.
Hij is de voorzitter van de bank.
president, voorzitter, praeses {zn.}
president
voorzitter
praeses {zn.}
voorzitter
praeses {zn.}
Waar is de president?
Waar is de president?
Hij werd verkozen tot president.
Hij werd verkozen tot president.
president , voorzitter {zn.}
president
voorzitter {zn.}
voorzitter {zn.}
Ik heb de president hemzelf ontmoet.
Ik heb de president hemzelf ontmoet.
Extremisten ontvoerden de vrouw van de president.
Extremisten ontvoerden de vrouw van de president.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Nederlands
Hij werd verkozen tot voorzitter.
Hij werd verkozen tot voorzitter.
Hij is de voorzitter van de bank.
Hij is de voorzitter van de bank.
Ze wendde zich tot de voorzitter.
Ze wendde zich tot de voorzitter.
Richt u alstublieft tot de voorzitter!
Richt u alstublieft tot de voorzitter!