Vertaling van liggen

Inhoud:

Nederlands
Portugees
liggen {ww.}
jazer
estar situado
ficar
estar deitado
gelegen zijn, liggen {ww.}
estar situado


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

De zilveren bollen liggen rondom de rode bol.

As bolas prateadas estão em volta da bola vermelha.

Ik had bijna mijn paraplu in de trein laten liggen.

Eu quase deixei meu guarda-chuva no trem.

Ik ben maar één werkdag weggeweest vanwege een verkoudheid en er liggen stapels papier op mijn bureau.

Eu faltei só um dia de trabalho por causa de um resfriado e a minha mesa está com pilhas de papel.


Gerelateerd aan liggen

gelegen zijn