Vertaling van sleutel
Voorbeelden in zinsverband
Ik heb mijn sleutel verloren.
Eu perdi minha chave.
Ik ben de sleutel kwijt.
Eu perdi a chave.
Hij zocht naar de sleutel.
Ele procurou a chave.
Ik heb mijn sleutel verloren.
Eu perdi minha chave.
Geef me de sleutel van dit slot!
Me dê a chave desse castelo!
Geef me de sleutel van dit slot!
Me dê a chave dessa fechadura!
Ik ben de sleutel van mijn auto verloren.
Eu perdi a chave do meu carro.
Ik kan de deur niet openen. Hebt gij de sleutel?
Não consigo abrir a porta. Você tem a chave?
Zoals ge weet, is volharding de sleutel tot het succes.
Perseverança, como você sabe, é a chave para o sucesso.
Hij doorzocht de kamer naar de verloren sleutel.
Ele procurou no quarto a chave perdida.
Ik heb de sleutel gevonden waar ik naar op zoek was.
Encontrei a chave que estive procurando.
"Weet jij waar mijn sleutel is? Ik zie hem nergens." "Dan kijk je zeker met je neus, want hij ligt gewoon op tafel."
"Você sabe onde está minha chave? Não a vejo em lugar nenhum." "Você deve estar procurando de olhos fechados, então, pois está na mesa, como sempre."