Vertaling van vrouw
esposa
Voorbeelden in zinsverband
Mijn vrouw is arts.
Minha mulher é médica.
Zijn vrouw is Franse.
A mulher dele é francesa.
Hier is mijn vrouw, Minna.
Aqui está minha mulher, Minna.
Mijn vrouw houdt van appeltaart.
A minha mulher adora torta de maçã.
Mijn vrouw is een vegetariër.
Minha mulher é vegetariana.
Mijn vrouw kan slecht autorijden.
Minha mulher dirige mal.
Ik hoorde een vrouw schreeuwen.
Eu ouvi uma mulher gritar.
Hij had schrik voor zijn vrouw.
Ele estava com medo de sua esposa.
Hoe gaat het met mijn vrouw?
Como está a minha esposa?
Zijn dochter is een mooie vrouw geworden.
A filha dele se tornou uma linda mulher.
Zij is de vrouw van Alain.
Ela é a mulher de Alain.
Ik kwam een oude vrouw tegen.
Eu encontrei uma mulher velha.
Mijn vrouw zal ook blij zijn u te zien.
Minha esposa ficará feliz em vê-lo também.
Jij bent de mooiste vrouw die ik ooit gezien heb.
Você é a mulher mais bonita que eu já vi.
Ik ging naar het ziekenhuis om mijn vrouw te bezoeken.
Fui ao hospital para ver a minha mulher.