Vertaling van arglistig
Inhoud:
Nederlands
Zweeds
sluw, arglistig, doortrapt, geslepen, leep, listig, slinks, link, geraffineerd, bijtend, doordringend, fel, guur, schel, scherp, schril, snerpend {bn.}
amper
egg
gräll
gäll
skarp
egg
gräll
gäll
skarp