Vertaling van betuigen

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
betuigen, verzekeren {ww.}
betrygga
betuigen, opperen, uitdrukken, uiten, uitspreken, verwoorden {ww.}
uttrycka
aangeven, betuigen, declareren, verklaren {ww.}
förklara
betyga


Gerelateerd aan betuigen

verzekeren - opperen - uitdrukken - uiten - uitspreken - verwoorden - aangeven - declareren - verklaren