Vertaling van bouw
Inhoud:
Nederlands
Zweeds
bouw , constructie , gebouw , opbouw {zn.}
byggnad
beschaving , bouw , cultuur , verbouwing , teelt {zn.}
kultur
bouwen, opbouwen, timmeren {ww.}
snickra
aanleggen, bouwen, construeren {ww.}
bygga