Vertaling van brand

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
brand [m], vuurzee {zn.}
eldsvåda
brand
aan zijn, branden {ww.}
brinna
braden, branden, roosteren {ww.}
rosta
halstra
branden, distilleren, overhalen, stoken, destilleren {ww.}
destillera


Gerelateerd aan brand

vuurzee - aan zijn - branden - braden - roosteren - distilleren - overhalen - stoken - destilleren