Vertaling van dag

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
dag, goedendag, goeiendag
goddag
dag, tot ziens, tot weerziens, doei, tot kijk {tw}
adjö så länge
hej så länge
vi ses
farväl
adjö
hej då
dag, gegroet, hallo, hoi {tw}
hej
hejsan
dag [m] {bn.}
dag


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Zweeds

Ik verdien €100 per dag.

Jag tjänar 100 euro om dagen.

We zijn op dezelfde dag geboren.

Vi föddes på samma dag.


Gerelateerd aan dag

goedendag - goeiendag - tot ziens - tot weerziens - doei - tot kijk - gegroet - hallo - hoi