Vertaling van dank

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
dank [m], dankzegging [v] {zn.}
tack
Dank je wel!
Tack!
Ik ben in orde, dank je.
Jag mår bra, tack.
danken, bedanken, dank betuigen, te danken hebben {ww.}
tacka


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Zweeds

Ik dank u.

Jag tackar er.

Dank je wel!

Tack!

Ik ben in orde, dank je.

Jag mår bra, tack.


Gerelateerd aan dank

dankzegging - danken - bedanken - dank betuigen - te danken hebben