Vertaling van dubben

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
dubben, in dubio staan, twijfelen {ww.}
tvivla
aarzelen, dubben, schoorvoeten, schromen, weifelen {ww.}
tveka


Gerelateerd aan dubben

in dubio staan - twijfelen - aarzelen - schoorvoeten - schromen - weifelen