Vertaling van eens
Inhoud:
Nederlands
Zweeds
eenmaal, eens, ooit, weleens {bw.}
någonsin
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Zweeds
Mag ik het eens passen?
Får jag prova den här?
Raat eens wie komt vanavond.
Gissa vem som kommer i kväll.
Denk er eens over na.
Fundera på det.
Laat me nog eens een voorbeeld zien.
Visa mig ett annat exempel.
Je moet dat woord eens opzoeken.
Du borde slå upp det ordet.
Er waren eens een arme man en een rijke vrouw.
Det var en gång en fattig man och en rik kvinna.