Vertaling van erop nahouden

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
hebben, erop nahouden {ww.}
ha
hava
Die vos moet de hen gedood hebben.
Den räven måste ha dödat hönan.
Ik zou graag iets te drinken hebben.
Jag skulle vilja ha något att dricka.
bezitten, erop nahouden, rijk zijn {ww.}
äga
innehava


Gerelateerd aan erop nahouden

hebben - bezitten - rijk zijn