Vertaling van gezond
Inhoud:
Nederlands
Zweeds
geneeskrachtig, gezond, heilzaam {bn.}
sund
fit, gezond, valide {bn.}
sund
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Zweeds
Ik ben gezond.
Jag är hälsosam.
Deze jongen heeft een sterk, gezond lichaam.
Den här pojken har en stark, sund kropp.