Vertaling van help
Inhoud:
Nederlands
Zweeds
baten, helpen, van nut zijn {ww.}
gagna
baten, bijstaan, helpen, ter zijde staan {ww.}
hjälpa
biträda
biträda
Kan ik helpen?
Får jag hjälpa?
Kan ik u helpen?
Kan jag hjälpa dig?