Vertaling van kamer

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
kamer [v], lokaal [o], vertrek [o] {zn.}
kammare
gemak


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Zweeds

Je moet je kamer opruimen.

Du måste städa ditt rum.

Alice slaapt in mijn kamer.

Alice sover i mitt rum.

Ik wil graag mijn kamer veranderen.

Jag skulle vilja byta rum.

Mijn kamer kijkt uit op het oosten.

Mitt rum vetter mot öst.

We zaten in het midden van de kamer.

Vi satt mitt i rummet.

Het was mijn beurt om de kamer te kuisen.

Det var min tur att städa rummet.


Gerelateerd aan kamer

lokaal - vertrek