Vertaling van kijken

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
blikken, kijken, bekijken, kijken naar, schouwen, toekijken, toezien {ww.}
titta
kika
skåda
beskåda
gluren, kijken {ww.}
titta
kika


Gerelateerd aan kijken

blikken - bekijken - kijken naar - schouwen - toekijken - toezien - gluren