Vertaling van man

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
man [m], manspersoon [m], vent [m], kerel, manmens, gozer, gast {zn.}
man
karl
Hij is al een man.
Han är redan en man.
Er waren eens een arme man en een rijke vrouw.
Det var en gång en fattig man och en rik kvinna.
echtgenoot [m], man [m], gemaal {zn.}
man
äkta make
make


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Zweeds

Hij is al een man.

Han är redan en man.

Er waren eens een arme man en een rijke vrouw.

Det var en gång en fattig man och en rik kvinna.

"De oude man en de zee" is een roman van Hemingway.

"Den gamle och havet" är en roman av Hemingway.


Gerelateerd aan man

manspersoon - vent - kerel - manmens - gozer - gast - echtgenoot - gemaal