Vertaling van naam

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
benaming [v], naam, naamwoord {zn.}
namn
Wat is je naam?
Vad är ditt namn?
Ik herinner me je naam niet.
Jag kommer inte ihåg ditt namn.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Zweeds

Mijn naam is Farshad.

Jag heter Farshad.

Wat is je naam?

Vad är ditt namn?

Mijn naam is Henry.

Jag heter Henry.

Mijn naam is Hopkins.

Jag heter Hopkins.

Ik herinner me je naam niet.

Jag kommer inte ihåg ditt namn.

De naam van de hond is Ken.

Hunden heter Ken.

Ik vroeg hem naar zijn naam.

Jag frågade honom vad han hette.

Ik kan even niet op zijn naam komen.

Jag kommer inte på hans namn just nu.


Gerelateerd aan naam

benaming - naamwoord