Vertaling van opgewekt

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
jolig, luimig, opgewekt, welgemutst {bn.}
gladlynt
druk, levendig, kras, kwiek, opgewekt, rap, tierig, vief, wakker {bn.}
livaktig
livlig
blij, verblijd, verheugd, opgetogen, opgewekt, vrolijk {bn.}
glad
belåten
förtjust
wakker maken, wekken, opwekken {ww.}
väcka


Gerelateerd aan opgewekt

synoniemen

jolig - luimig - welgemutst - druk - levendig - kras - kwiek - rap - tierig - vief - wakker - blij - verblijd - verheugd - opgetogen