Vertaling van schuren
Inhoud:
Nederlands
Zweeds
boenen, poetsen, polijsten, schuren, wrijven, zoeten {ww.}
polera
glansslipa
glansslipa
bergplaats , schuur (mv. schuren) {zn.}
lada
stalletje , keet, kraam, loods , schuur (mv. schuren) , tent {zn.}
kram