Vertaling van trots
Inhoud:
Nederlands
Zweeds
trots {zn.}
stolthet
fier, prat, trots {bn.}
stolt
in weerwil van, niettegenstaande, ondanks, ten spijte van, trots {vz.}
trots
in weerwil van, niettegenstaande, ondanks, ten spijte van, trots {bw.}
trots