Vertaling van tuin
Inhoud:
Nederlands
Zweeds
hof , tuin , gaard, gaarde {zn.}
trädgård
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Zweeds
De kerstman stond in de tuin.
Tomten stod på tomten
Ze hielp haar vader bij het werk in de tuin.
Hon hjälpte sin far med trädgårdsarbetet.
De hond was bezig met het begraven van zijn bot in de tuin.
Hunden var upptagen med att gräva ner sitt ben i trädgården.