Vertaling van uittrekken

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
emigreren, uittrekken, uitwijken {ww.}
utvandra
doortrekken, rekken, uitleggen, uitrekken, uittrekken, verlengen {ww.}
förlänga


Gerelateerd aan uittrekken

emigreren - uitwijken - doortrekken - rekken - uitleggen - uitrekken - verlengen