Vertaling van vader
Inhoud:
Nederlands
Zweeds
vader , pater {zn.}
far
pater
fader
pater
fader
Mijn vader houdt van mijn moeder.
Min far älskar min mor.
Hij is mijn broer, niet mijn vader.
Han är min bror, inte min far.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Zweeds
Hij is mijn broer, niet mijn vader.
Han är min bror, inte min far.
Mijn vader houdt van mijn moeder.
Min far älskar min mor.
Ze hielp haar vader bij het werk in de tuin.
Hon hjälpte sin far med trädgårdsarbetet.
Het is het eerste dat mijn vader geschreven heeft.
Det är första min far skrev.
De wens is de vader van de gedachte.
Nöden är uppfinningarnas moder.
Zijn vader wijdde zijn leven aan de wetenschap.
Hans far vigde sitt liv åt vetenskapen.
Ik heb een vriend, wiens vader een beroemd pianist is.
Jag har en vän vars far är en känd pianist.