Vertaling van verlies

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
vermissing [v], schadepost, verlies {zn.}
förlust
deficit [o], schade [v], nadeel, strop, verlies {zn.}
förlust
kwijtraken, opgeven, verbeuren, verliezen, verspelen {ww.}
mista
förlora


Gerelateerd aan verlies

vermissing - schadepost - deficit - schade - nadeel - strop - kwijtraken - opgeven - verbeuren - verliezen - verspelen