Vertaling van vertrouwd

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
bekend, vertrouwd {bn.}
bekant
känd
veterlig
betrouwbaar, vertrouwd, bona fide {bn.}
pålitlig
tillförlitlig
fiducie hebben in, vertrouwen, vertrouwen stellen in {ww.}
ha förtroende för
vertrouwen, toevertrouwen, vertrouwen hebben in {ww.}
ha förtroende för