Vertaling van vragen

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
vragen {ww.}
fråga
spörja
Je moet hem om advies vragen.
Du borde fråga honom om råd.
Ik zal hem er morgen over vragen.
Jag ska fråga honom om det imorgon.
inroepen, verzoeken, vragen, aanvragen {ww.}
ansöka
bedja
anmoda
inviteren, noden, uitnodigen, vragen {ww.}
uppbjuda
inbjuda
invitera
bjuda
kwestie [v], vraag (mv. vragen) [v] {zn.}
spörsmål
fråga
aanvraag [v], aanzoek [o], verzoek, vraag (mv. vragen) [v] {zn.}
bön
anmodan


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Zweeds

Je moet hem om advies vragen.

Du borde fråga honom om råd.

Ik zal hem er morgen over vragen.

Jag ska fråga honom om det imorgon.

Neem contact op met haar als u vragen hebt.

Kontakta henne om du har några frågor.


Gerelateerd aan vragen

inroepen - verzoeken - aanvragen - inviteren - noden - uitnodigen - kwestie - vraag - aanvraag - aanzoek - verzoek