Vertaling van wanneer

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
wanneer {vr. vnw.}
när
als, indien, ingeval, wanneer {vw.}
om
såvida
såvitt


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Zweeds

Wanneer kunnen we eten?

När kan vi äta?

Wanneer registreerden ze de namen van de leden?

När registrerade de medlemmarnas namn?

Wanneer hij naar Europa gaat, zal hij veel musea bezoeken.

När han åker till Europa kommer han att besöka många museer.

Ik weet niet precies wanneer ik terug zal zijn.

Jag vet inte exakt när jag kommer att komma tillbaka.


Gerelateerd aan wanneer

synoniemen

als - indien - ingeval