Vertaling van weer

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
afweer [m], defensie [v], verdediging [v], weer, verweer {zn.}
värn
försvar
nogmaals, van voren af aan, weder, wederom, weer, alweer {bw.}
åter
nogmaals, opnieuw, van voren af aan, wederom, weer, alweer, weder {bw.}
ånyo
weder [o], weer [o], weersomstandigheden {zn.}
väder