Vertaling van weten

Inhoud:

Nederlands
Zweeds
weten {ww.}
veta
Ze wil weten wie de bloemen stuurde.
Hon vill veta vem det var som skickade blommorna.
kennis [v], kunde, medeweten, verstand, weten {zn.}
kunskap
kännedom
Kennis is macht.
Kunskap är makt.


Gerelateerd aan weten

kennis - kunde - medeweten - verstand