Vertaling van Domingo

Inhoud:

Portugees
Nederlands
Domingo {zn.}
zondag 
Amanhã é domingo.
Morgen is het zondag.
Cai no domingo.
Het valt op zondag.


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Amanhã é domingo.

Morgen is het zondag.

Estou livre no domingo.

Ik ben vrij op zondag.

Cai no domingo.

Het valt op zondag.

Ontem foi domingo.

Gisteren was het zondag.

Amanhã é domingo.

Morgen is het zondag.

Sendo domingo, as lojas não estavam abertas.

Omdat het zondag was, waren de winkels niet open.

Eu trabalhei no domingo, então tive a segunda de folga.

Ik werkte op zondag, dus ik had maandag vrij.

Eu virei te ver às 3:00 da tarde no domingo.

Ik ontmoet je zondag om drie uur.