Vertaling van acontecer

Inhoud:

Portugees
Nederlands
acontecer {ww.}
worden 
raken 
acontecer, suceder, ter lugar {ww.}
gebeuren
vóórkomen
voorvallen
voorkomen
geschieden
aan de hand zijn
Isso não vai acontecer.
Dat zal niet gebeuren.
Vamos pensar no pior que pode acontecer.
Laten we eens kijken wat er kan gebeuren in het ergste geval.


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Isso não vai acontecer.

Dat zal niet gebeuren.

Vamos ver o que vai acontecer.

Laten we zien wat er gebeurt.

Vamos pensar no pior que pode acontecer.

Laten we eens kijken wat er kan gebeuren in het ergste geval.

Uma coisa assim não pode acontecer no Japão.

Zoiets kan in Japan niet gebeuren.


Gerelateerd aan acontecer

suceder - ter lugar