Vertaling van amiga

Inhoud:

Portugees
Nederlands
amiga {zn.}
vriendin  [v]
Quantas vezes tenho de repetir que ela não é minha amiga?
Hoe vaak moet ik nog herhalen dat ze mijn vriendin niet is?


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

A sua amiga gosta de chá?

Houd je vriend van thee?

Chamaste a tua amiga do Canadá?

Heb je je vriend in Canada opgebeld?

Quantas vezes tenho de repetir que ela não é minha amiga?

Hoe vaak moet ik nog herhalen dat ze mijn vriendin niet is?