Vertaling van aparelhar

Inhoud:

Portugees
Nederlands
aparelhar, aprestar, equipar {ww.}
uitrusten
toerusten
aparelhar, aprontar, preparar {ww.}
voorbereiden 
bereiden 
toebereiden
aanmaken 
aparelhar, aprontar, preparar {ww.}
voltooien 
verzetten
klaarmaken
toebereiden
bereiden 


Gerelateerd aan aparelhar

aprestar - equipar - aprontar - preparar