Vertaling van bater

Inhoud:

Portugees
Nederlands
bater, dar pancada, maçar, malhar {ww.}
meppen
slaan
klappen
kloppen 
houwen
bater, debulhar, esbordoar, espancar, malhar, sovar, trilhar {ww.}
afrossen
dorsen
afranselen 
bater, fazer molinete, mexer {ww.}
doorroeren
omroeren
roeren 
bater, golpear, percutir {ww.}
opvallen
kloppen 
slaan
klappen
bater, soar {ww.}
slaan
overgaan
kleppen
klinken
gaan 
bater, estalar, marulhar, patinhar {ww.}
plonzen
plassen
klapperen
klotsen
kabbelen
agitar, bater, mexer, vibrar {ww.}
swingen
zwaaien 
slingeren