Vertaling van brinquedo

Inhoud:

Portugees
Nederlands
brinquedo {zn.}
speeltje [o]
brinquedo {zn.}
stuk speelgoed
speeltuig
speelbal [m]
Ela está comprando um brinquedo para o filho.
Ze koopt een stuk speelgoed voor haar kind.
caçoada, pilhéria, brinquedo {zn.}
scherts
mop
jok
grap
bak  [m]
aardigheidje  [o]


Gerelateerd aan brinquedo

caçoada - pilhéria