Vertaling van caminho

Inhoud:

Portugees

Nederlands

caminho, estrada, via, rumo {zn.}

weg [m]
route [v]
baan [v]

A estrada é longa.

De weg is lang.

Você está no meu caminho.

Je staat in de weg.

Portugees

Nederlands

Você está no meu caminho.

Je staat in de weg.

Com relação aos nossos estudantes, um deles já partiu para Bucareste e outra está a caminho.

Wat betreft onze studenten, één is al naar Boekarest vertrokken en één is onderweg.

Hmm, eu tenho um pressentimento que eu vou me perder não importa que caminho eu pegue.

Hmm. Ik heb het gevoel dat ik ga verdwalen, welke weg ik ook neem.