Vertaling van cana

Inhoud:

Portugees
Nederlands
cana {zn.}
hengel  [m]
cana, caniço {zn.}
riet
estaca, pau, vara, percha, mastro, poste, haste, cana {zn.}
spijl
stang
schacht
roede
pijp 
paal
baar  [v]


Gerelateerd aan cana

caniço - estaca - pau - vara - percha - mastro - poste - haste