Vertaling van dançar

Inhoud:

Portugees
Nederlands
bailar, dançar {ww.}
dansen 
Quero dançar.
Ik wil dansen.
Ela quer dançar.
Zij wil dansen.


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Quero dançar.

Ik wil dansen.

Gostaria de dançar comigo?

Wil je met me dansen?

Gostaria de dançar contigo.

Ik wil graag met je dansen.

Ela quer dançar.

Zij wil dansen.


Gerelateerd aan dançar

bailar