Vertaling van dever

Inhoud:

Portugees
Nederlands
dever {ww.}
schuldig zijn
verschuldigd zijn
in de schuld staan
dever, dívida {zn.}
schuld 
dever, ter a obrigação, ter de, ter que {ww.}
zullen
moeten
behoren 
dienen
horen 
dever, obrigação {zn.}
plicht 
verplichting  [v]
É nosso dever sempre obedecer a lei.
Het is onze plicht om de wet altijd te gehoorzamen.
agradecer, dever, render graças a {ww.}
bedanken 
te danken hebben
dank betuigen
danken 
Não posso lhe agradecer o suficiente.
Ik kan hem niet genoeg bedanken.
Primeiramente, gostaria de agradecer a todos pela hospitalidade.
Allereerst wil ik u bedanken voor de gastvrijheid.


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

É nosso dever sempre obedecer a lei.

Het is onze plicht om de wet altijd te gehoorzamen.

Você fez seu dever de casa?

Heb je je huiswerk gedaan?

Eu tenho muito dever de casa.

Ik heb veel huiswerk.

Sinto muito, esqueci de fazer meu dever de casa.

Het spijt me, ik ben vergeten mijn huiswerk te doen.

Tenho uma semana para fazer meu dever de casa.

Ik heb een week de tijd om mijn huiswerk af te maken.

“A economia afasta as duas margens do Atlântico”: é assim que La Stampa resume as consequências das recentes declarações de Barack Obama, segundo as quais as fracas perspetivas de crescimento dos EUA ficam a dever-se à má gestão da crise da zona euro.

“De economie drijft landen aan weerszijden van de Atlantische Oceaan uit elkaar”: zo vat La Stampa de gevolgen samen van recente uitspraken van Barack Obama. Daarin beweerde de Amerikaanse president dat de magere groeiperspectieven van de Verenigde Staten toe te schrijven zijn aan de slechte wijze waarop de eurocrisis wordt bestreden.


Gerelateerd aan dever

dívida - ter a obrigação - ter de - ter que - obrigação - agradecer - render graças a