Vertaling van diário

Inhoud:

Portugees
Nederlands
diário {zn.}
dagboek  [o]
journaal 
Tom mantém um diário
Tom houdt een dagboek bij.
Todo dia escrevo no meu diário.
Ik schrijf dagelijks in mijn dagboek.
cotidiano, diário, quotidiano, de cada dia, ordinário, banal {bn.}
daags 
alledaags 
dagelijks 


Voorbeelden in zinsverband

Portugees
Nederlands

Tom mantém um diário

Tom houdt een dagboek bij.

Todo dia escrevo no meu diário.

Ik schrijf dagelijks in mijn dagboek.


Gerelateerd aan diário

cotidiano - quotidiano - de cada dia - ordinário - banal