Vertaling van dono

Inhoud:

Portugees
Nederlands
dono {zn.}
eigenaar  [m]
Ele é dono de quatro chácaras enormes no interior de São Paulo.
Hij is de eigenaar van vier heel grote boerderijen in het binnenland van Sao Paulo.
proprietário, dono {zn.}
kroegbaas 
tapper
kastelein
amo, dono, patrão, senhor {zn.}
patroon 
meester [m]
heer 
baas  [m]


Gerelateerd aan dono

proprietário - amo - patrão - senhor